20 jaar Cayenne - De "derde Porsche" - een groot succesverhaal

Ferry Porsche voorspelde het al in 1989: "Als we een terreinwagen zouden bouwen volgens onze kwaliteitsspecificaties, en er stond Porsche op de voorkant, zou het verkopen." Hij moest gelijk krijgen. Sinds 2002 is de Cayenne een van de pijlers van het wereldwijde succes van de autofabrikant. In de jaren negentig moest Porsche ingrijpende beslissingen nemen om het succes van de sportwagenfabrikant op lange termijn veilig te stellen. Aan het begin van het decennium bevond het bedrijf zich in een van de grootste economische crises in zijn geschiedenis: het stond in het rood en leverde in het boekjaar 1991/92 slechts 23.060 auto's af. Met de Boxster, geïntroduceerd in 1996, begon Porsche zich uit deze malaise te manoeuvreren. Maar het werd het management al snel duidelijk dat de legendarische 911 en het nieuwe middenmotormodel alleen het bedrijf niet naar een veilige toekomst zouden kunnen leiden. Plannen voor "de derde Porsche" begonnen te rijpen, ook al was het segment niet meteen gedefinieerd. Nog in 1999 werd in Zuffenhausen de keuze gemaakt voor "Made in Germany" en werd in Leipzig een nieuwe productiefaciliteit gebouwd, die in augustus 2002 officieel werd ingehuldigd. De VW-tegenhanger, de Touareg, werd geproduceerd in de VW-fabriek in Bratislava, Slowakije. Van daaruit werd ook het gelakte koetswerk voor de Cayenne geleverd, met de eindmontage in Saksen. Zowel de eerste als de tweede modelgeneratie van de Cayenne - intern bekend als E1 en E2 - kwamen van de band in Leipzig en later ook in Osnabrück. Met de lancering van de derde generatie (E3) in 2017, verplaatste Porsche alle Cayenne-productie naar Bratislava om in Leipzig extra capaciteit te creëren voor de Panamera sportsedan en de compacte SUV Macan