Skoda 4×4 Winter Experience - Hoe de meerplaatskoppeling werkt

De regeleenheid regelt de snelheid van de aandrijfpomp in de meerplaatskoppeling. Naast een zuigerpomp bestaat deze uit een elektromotor en een regelklep die via de pompsnelheid de oliedruk in de hoofdzuiger regelt. Hoe hoger het toerental van de pomp, hoe meer aandrijfkoppel de meervoudige plaatkoppeling op de achterwielen kan overbrengen. Wanneer de pompsnelheid laag is, staat de koppeling open en worden de krachten bij normale wegomstandigheden en eisen voornamelijk op de vooras overgebracht. In dat geval rijdt het 4×4-model als een vergelijkbaar voertuig met voorwielaandrijving. Als de sensoren van het systeem een verandering in de rijsituatie detecteren, bijvoorbeeld door verlies van tractie op de voorwielen, wordt de oliedruk op de koppelingsplaten verhoogd en wordt het koppel dus binnen milliseconden variabel ook op de achterwielen overgebracht. Als de voorwielen geen grip meer kunnen opbouwen, verschuift de meerplatenkoppeling tot 90 procent van het aandrijfkoppel naar de achteras en kan, indien nodig, zelfs tot 85 procent van de aandrijfkracht aan een enkel wiel toewijzen. Het elektronische sperdifferentieel (EDS) op de voor- en achteras voorkomt ook dat afzonderlijke wielen doordraaien bij onvoldoende grip door het betreffende wiel selectief af te remmen.